Deel I Serie Verborgen oorzaken van segregatie in Amsterdam

 

Nieuwe Amsterdammers, het publieke debat en huisvesting in de jaren ‘70
In de jaren ‘70  stond Nederland aan de vooravond van grote maatschappelijke veranderingen. Migranten van verschillend komaf leefden al een aantal jaren in Amsterdam en nieuwe vestigden zich. Surinamers die met de onafhankelijkheid van Suriname hun bestaan niet zeker waren, kozen voor een nieuw leven in het Koninkrijk der Nederlanden, ook in Amsterdam. Gezinsvorming en het verruimde beleid rondom gezinshereniging vanaf 1974 zorgden ook dat het aantal migranten sterk groeide.

Elsevier’s Weekblad 10 december 1977

 

Elsevier’s Weekblad 10 december 1977

Net als de rest van Nederland bevond Amsterdam zich nog in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog, de oorlogsschade en de daaropvolgende babyboom. Er heerste in die periode een extreme woningnood, mogelijk zelfs aanzienlijk hoger dan de huidige. De gemeente beschikte over een krappe vijfde van de Amsterdamse  woningvoorraad. De rest was bezit van particuliere woningeigenaren waar de gemeente niet vanzelfsprekend invloed op had. De gemeente worstelde met de huisvesting van de nieuwe Amsterdammers.

“Ze zouden kippen slachten op het balkon” Cultureel antropologe Velkonet-Freeman

Voelbare spanningen en selectieve woningtoewijzing
In het publieke debat is te zien dat de komst van migranten steeds voelbaarder werd in de woonwijken. Het publieke debat raakte verhit toen geruchten ontstonden dat de gemeente selectief was in de toewijzing van woningen aan Surinamers en Turkse en Marokkaanse gastarbeiders. De gemeente zou zelfs sommige wijken gesloten hebben voor de postkoloniale en arbeidsmigranten. Er kwam een onderzoeksrapport uit van de Universiteit Utrecht die de geruchten bevestigde. Verschillende standpunten waren te onderscheiden in het publieke debat.

“Als men ziet dat het een Turk of Marokkaan is, wordt … nagegaan of die kandidaat in aanmerking komt voor die woning” Stichting Buitenlandse Werknemers

Woningbouwverenigingen
Woningbouwverenigingen reageerden verschillend op de beschuldiging van selectief beleid ten nadele van migranten. Zij zouden vele klachten krijgen over de migranten. Er was sprake van overlast. “Surinaamse gezinnen hebben veel kinderen. De ouderen onder hen kunnen geen werk vinden. Hebben weinig om handen en moeten toch ergens hun activiteit kwijt. Dat zie je dan aan het trappenhuis”, aldus een voorbeeld van de secretaris van de Amsterdamse Federatie Woningcorporaties. Ook benoemde de secretaris het bevorderen van integratie als doel van het beleid.  “Als men niet of nauwelijks de Nederlandse woonnormen ziet, kunnen die ook niet worden overgenomen.” De adjunct-directeur van de Gemeentelijke Dienst Herhuisvesting beschreef de toewijzingspraktijk anders: “Op papier kan de gemeente alle woningen geven, maar de corporaties zijn de woningleveranciers. Dus u begrijpt, dat is een kwestie van geven en nemen.”

Belangenorganisaties en media
Belangenorganisaties spraken juist van een averechts effect op integratie: doordat de doorstroom naar witte wijken is geminimaliseerd, blijven de witte wijken wit en worden de zwarte wijken almaar zwarter. En de migranten zouden in de slechtste huizen terechtkomen. Ook zou met de nijpende woningnood de wachttijd voor migranten nog meer oplopen. Het zou gaan om discriminerend en ongrondwettelijk beleid dat niet door de beugel kon. Dit zou bovenop de discriminatie van particuliere huiseigenaren komen. Ook journalisten schreven openlijk over discriminatie van Surinamers door particuliere woningeigenaren als iets “waar niemand van op kijkt”. Echter, een systematisch uitsluiten van bewoners door de gemeente zou een nieuw hoofdstuk zijn. De Stichting Buitenlandse Werknemers gaf gedetailleerde openheid over selectieve woningtoewijzing. De keuze voor een woning zou naar gelang de huidskleur van de woningzoekende worden gemaakt door de afdeling Koppelingen van de Gemeentelijke Dienst Huisvesting: “Als men ziet dat het een Turk of Marokkaan is, wordt aan de hand van het afsprakenlijstje van de woningbouwverenigingen nagegaan, of die kandidaat in aanmerking komt voor die woning”.

De gemeente
Het officiële antwoord van de woordvoerder van de gemeente was aanvankelijk dat er geen wijken waren afgesloten voor migranten. Het College van Burgemeester en Wethouders antwoordde op schriftelijke vragen van de gemeenteraad dat er sprake was van een actieve toewijzing die niet gelijkgesteld kan worden aan discriminatie van etnische minderheden. Deze openheid bracht een kantelpunt teweeg in het publieke debat. De wethouder voor Volkshuisvesting sprak hierna publiekelijk van een discriminerende werkafspraak waar men zo snel mogelijk vanaf moest. Die afspraak zou zijn gemaakt voor de grote gezinnen maar hij gaf toe dat woningverdelers dat verkeerd zouden kunnen hebben gehanteerd.

Wetenschappelijke context en perspectieven
Cultureel antropologe Mariëlle Velkonet-Freeman was onderdeel van de vakgroep Vergelijkende Sociaaleconomische Studies aan de Universiteit Utrecht.  Als auteur van het onderzoeksrapport “Etnische minderheden en de Amsterdamse woningdistributie” kon zij het ontstaan van concentraties door gemeentelijk beleid beamen. Zij stelde dat de particuliere woningmarkt moeilijk toegankelijk was voor migranten door hoge huurprijzen en discriminatie. Ook behoorden de slechtst onderhouden huizen tot deze markt. Desondanks woonden er relatief weinig postkoloniale en arbeidsmigranten in de wijken die tot de sociale woningmarkt behoren. Zij kon ook context bieden over de veranderingen in woonwijken en de houding van de gemeente. Amsterdammers moesten wennen aan de migranten en hun leefgewoonten. Weerstand kwam vaak voort uit vooroordelen zoals kippen die geslacht zouden worden op balkon. Ook zou de gemeente zoekende zijn in het toewijzingsbeleid omdat men nog niet overstag wilde gaan over het feit dat arbeidsmigranten niet zouden terugkeren naar het land van herkomst. Dit feit moest de basis worden van nieuw toewijzingsbeleid.

Zij zag ook dat migranten de schuld kregen van het verval in bepaalde wijken. Dit corrigeerde zij door te stellen dat alle oudere wijken in Amsterdam destijds leden aan groot verval. Door discriminatie waren de nieuwe Amsterdammers juist aangewezen op de verpauperde 19e-eeuwse gordel met “huizen die eigenlijk geen huizen meer zijn”. Ook moest er erkenning komen van de erbarmelijke omstandigheden waarin migranten vaak in brandgevaarlijke en overvolle pensions leefden.

 

Aankomst op Schiphol uit Suriname, ca. 1974. Maya Pejic, Stadsarchief Amsterdam

Het ontstaan van concentraties in woonwijken
Amsterdam is een cultureel diverse stad met meer dan 180 nationaliteiten. De grootste groepen inwoners van niet-Westerse afkomst hebben een Turkse, Marokkaanse of Surinaamse migratieachtergrond. In het publieke debat is veel te doen over integratie. Vaak gaat het dan ook over wijken waar grote concentraties Amsterdammers van niet-Westerse achtergrond gesegregeerd zouden leven. Deze wijken worden gezien als minder leefbaar en vaak als onveilig ervaren. Leefbaarheid is een breed begrip waar de algehele fysieke, sociale en economische kwaliteit in een woonwijk mee wordt bedoeld. Wetenschappelijk is er ook een duidelijke negatieve correlatie tussen bevolkingsconcentraties van lagere sociale klassen en de leefbaarheid van een woonwijk. Concentratie van armoede, werkloosheid en lagere onderwijsresultaten zijn hierin niet de minste oorzakelijke factoren.

De sociologie legt verschillende verbanden tussen concentratiewijken en sociale positie bloot. De breedst gedragen theorie over het ontstaan van concentraties is die van de filtering die plaatsvindt door de sociaaleconomische positie van wijkbewoners. Je komt te wonen waar je het je financieel kunt veroorloven. Ook discriminatie op de arbeidsmarkt wordt gezien als een belangrijke oorzaak voor concentraties. Culturele woonvoorkeur wordt als oorzaak minder breed gedragen. Ook gezinnen met een migratieachtergrond zouden ambiëren concentratiewijken te verlaten. Over discriminatie op de woningmarkt is het belangrijkste tegenargument dat deze groep minder goed geïnformeerd zijn over kansen en mogelijkheden van de woningmarkt.

“Het onderscheid leek juist concentratie te doen ontstaan” Ahmed Oueld Hadj

Institutionele discriminatie als verborgen oorzaak van segregatie
Hoe moeten we theorieën over het ontstaan van concentraties bezien tegen de achtergrond van het boven beschreven publieke debat? De migratiegeschiedenis van Turken en Marokkanen was uiteraard allereerst bepalend voor hun lage sociaaleconomische positie. Zij werden uit de landen van herkomst gehaald voor laagbetaald werk waar geen opleiding voor nodig was. Zij konden zich alleen de goedkoopste huizen veroorloven. Ook Surinamers die zich vestigden moesten met minimale middelen in een nieuwe maatschappij het leven zien op te bouwen.

De aard van hun aanwezigheid in de stad lijkt echter even doorslaggevend voor de wijken waarin zij kwamen te wonen. Dat er sprake was van selectieve woningtoewijzing op grond van afkomst, daar waren alle partijen in het publieke debat het uiteindelijk over eens. Los van de principiële bezwaren zat het grote meningsverschil hem er in waar dat onderscheid goed voor was: het beschermen van oorspronkelijke bewoners en de leefbaarheid van woonwijken ten koste van eerlijke kansen voor migranten? Of de integratie van de etnische minderheden? Met andere woorden: werd er geconcentreerd of gespreid? De eerstgenoemde doelstelling is het meest plausibel gezien op basis van het publieke debat het onderscheid de concentraties juist leek te doen ontstaan of versterken. Het maatschappelijke sentiment en de belangen van woningeigenaren gingen hand in hand. Ontevredenheid, vrees voor waardevermindering en het voorkomen van spanningen duwden in elk geval allemaal in dezelfde richting: het uitsluiten van Surinamers, Marokkanen en Turken van de betere wijken.

“Bewustwording van verborgen oorzaken heeft juist nu een grote potentie voor ontwerpers”
Ahmed Oueld Hadj

Vooruitblik op deel 2 van de serie Verborgen oorzaken van segregatie in Amsterdam
Stedenbouw gaat vanaf het begin van de 21e eeuw steeds meer over diversiteit en sociale inclusie. Onderzoek en bewustwording van verborgen oorzaken met vergaande gevolgen voor de Amsterdamse woonwijken hebben juist nu een grote potentie voor ontwerpers. Daarom gaan we in deel 2 van de serie Verborgen oorzaken van segregatie in Amsterdam kijken naar het concrete gemeentelijke toewijzingsbeleid en de werkwijze van woningbouwverenigingen. Ook zullen we een tipje van de sluier oplichten over andere Nederlandse steden met vergelijkbare sociale problematiek.

Bronnenlijst:

  • Haandrikman, K., Costa, R., Malmberg, B., Rogne, A. F., & Sleutjes, B. (2023). Socio-economic segregation in European cities. A comparative study of Brussels, Copenhagen, Amsterdam, Oslo and Stockholm. Urban Geography, 44(1), 1–36.
  • Saleh, F. (2023). De buurtconcentratie van etnische minderheden. Tilburg, Nederland: Tilburg University Press.
  • Saleh, F. (2020). Integratie en segregatie in Nederlandse steden: een verkennend onderzoek. Tilburg, Nederland: Universiteit van Tilburg.
  • Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). (2020). Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Den Haag, Nederland: Rijksoverheid.
  • Bolt, G. & Van Kempen, R. (2010). Segregatie en concentratie in Nederlandse steden. In R. van Kempen & G. Bolt (Red.), Stadsvernieuwing in de jaren nul (pp. 119–137). Bussum, Nederland: Coutinho.
  • Keeton, R., & Provoost, M. (Eds.). (2009). New towns for the 21st century: The planned vs. the unplanned city. Rotterdam, Nederland: NAi Publishers.
  • Gemeente Amsterdam (College van B&W). (1977). Notities en gemeenteraadsbesluiten inzake toewijzingsbeleid woonruimte. Amsterdam, Nederland: Gemeentelijke Dienst Herhuisvesting. Pejic, M. (ca. 1974). Aankomst op Schiphol uit Suriname [Foto]. Stadsarchief Amsterdam. Freeman, M. V. (1977). Etnische minderheden en de Amsterdamse woningdistributie
  • (Onderzoeksrapport). Utrecht, Nederland: Vakgroep Vergelijkende Sociaaleconomische Studies, Universiteit Utrecht.
  • Overleggroep Pensions. (1978, februari). ZWARTBOEK – “gesloten wijken”. Amsterdam, Nederland: Overleggroep Pensions.



We gebruiken cookies om je de best mogelijke ervaring op onze website te bieden. Door deze site te blijven gebruiken, ga je akkoord met ons gebruik van cookies.
Accepteren
Afwijzen
Privacybeleid